Kennis bouwstijlen, materialen en schades maken van voeger een restauratie voeger

8-7-2020 | In november 2020 gaat de opleiding Restauratie Voegen starten. Wat leren voegers in de opleiding? Een vraag die bij de projectleider voor de ontwikkeling van deze opleiding, Jaap Koek, leidt tot een spraakwaterval over bijzondere voegtypes, kalk- en cementmortel en alle mengvormen inclusief bindmiddelen en de toepassing van de Uitvoeringsrichtlijn Historisch Voegwerk, want die kun je niet 1 op 1 in de praktijk brengen, zo blijkt.

“De deelnemers aan de opleiding Restauratie Voegen zullen ervaren zijn op het gebied van voegen in de nieuwbouw en renovatie. Als het gaat om monumenten gaan ze vooral veel leren over welke materialen in de gevel voorkomen. Ze moeten echt verder kijken dan wat ze gewend zijn. Wat is er nou anders aan een monument? De handelingen van het voegen zijn hetzelfde maar de materialen en de voegtypes niet. Daar zit hem de kneep. In de algemene module, de introductie op monumentenzorg, worden de voegers bijgespijkerd in hun kennis over bouwstijlen en kenmerken van historisch voegwerk. Dan hebben ze de kennis om te weten waar je niet aan moet komen.”

Herkennen van schades

“Het herkennen van schades is een hoofdstuk apart. Het moeilijke is dat je oude gebouwen hebt waar fouten in geslopen kunnen zijn. Als restauratie voeger moet je kunnen herkennen wat er mis is gegaan. Een architect of adviseur doet uiteraard een opname maar als de steiger er staat, kun je pas zien wat er echt aan de hand is. Soms zie je zelfs pas dingen als je aan het hakken bent. Hoe ga je om met de schade die je tegenkomt. Daarbij geldt natuurlijk dat je het voegwerk dat goed is, laat zitten en alleen herstelt wat niet goed is.”

Mortels: kalk en portlandcement

“Mortels zijn een ander belangrijk onderwerp. In de monumentenwereld is toepassing van een kalkmortel het uitgangspunt, terwijl bij veel jonge monumenten helemaal geen pure kalkmortel is toegepast. In de 19e eeuw werd het Portlandcement uitgevonden. Je ziet dat veel terug in monumenten die vanaf circa 1850 zijn gebouwd. In de opleiding Restauratie Voegen leren de voegers om de mortel aan te passen aan het monument, aan de voeg die er al in zit. Dat moet namelijk wel kloppen met elkaar, anders krijg je schades. Een voeger voelt of de mortel hard of zacht is en kijkt naar de metselmortel achter de voeg. Ook kijkt hij wat er in de mortel zit, zie je stukjes schelp bijvoorbeeld. Heel vaak is het bindmiddel in een mortel een mengsel van cement, kalk en puzzolane stoffen. Om schades te voorkomen ligt de focus op materiaalkennis.”

Leren van je eigen werk

“Ik adviseer voegers om te kijken naar wat ze in het verleden gedaan hebben. Leg vast welke mortel je bij welk werk hebt toegepast en ga jaarlijks kijken bij gevels die je gevoegd hebt om te zien hoe het voegwerk erbij staat. Dan leer je van je eigen werk. In de Uitvoeringsrichtlijn voor historisch voegwerk (URL 4006) staan algemene aanbevelingen, die je zelf moet leren toepassen. Bij kleine gemeentes is vaak minder diepgaande kennis van restauratie aanwezig, waardoor de uitvoeringstabel in de URL haast heilig is. Dan moet je met kennis van zaken kunnen uitleggen waar je je mortel op baseert. Bijvoorbeeld op oude bestekken, die zijn bij jonge monumenten vaak goed te achterhalen.”

“Met kennis van bouwstijlen, materialen en schades krijgen voegers een stevige basis om historisch voegwerk kundig te restaureren, zodat het weer tientallen jaren mee kan. Dat is uiteindelijk het doel van restauratie.”

De opleiding Restauratie Voegen bestaat uit twee modules. Module 1 Introductie Monumentenzorg (3 lesdagen) wordt in november en december van dit jaar gegeven. Module 2 met de vaklessen (10 lesdagen) wordt begin 2021 gegeven. De lesdata en de opleidingskosten worden na de zomer bekend gemaakt, dan kunnen geïnteresseerde voegers zich ook aanmelden.

Meer informatie

Kijk voor meer informatie over deze opleiding op: NCE-opleiding Restauratie Voegen.

Fotobijschriften 
Boven: In metselwerk van de Amsterdamse school komen vaak metselwerk ornamenten voor, waarvan het voegwerk met de juiste mortel en met zorg moet worden uitgevoerd.
Midden: Naast het raam is met een cementmortel een knipvoeg gemaakt, die niet past bij het overige werk.
Onder links: Door toepassing van een rode voegmortel voor de stootvoegen, is in de gevel een horizontale bandwerking gerealiseerd. Als je zo’n element niet terugbrengt, verandert het uiterlijk van de gevel ingrijpend.
Onder rechts: Door het toepassen van ‘Wigging pointing’ is bij de Galerij Leopold II (Spa) in metselwerk met hompige stenen strak snijwerk in twee kleuren gemaakt.

Foto's: Jaap Koek