Studenten Inspecteur Gebouwd Erfgoed op oefening bij Hagendoorns Plaatse te Epe

19-10-2021 | Om het inspecteren van schilderwerk zowel buiten als binnen onder de knie te krijgen, nam NCE-docent Wilfred Mengerink de studenten van de opleiding Inspecteur Gebouwd Erfgoed mee naar openluchtmuseum/boerderij Hagendoorns Plaatse in het Gelderse Epe. Na een korte inleiding van de heer Han Langereis over het onderhoud van deze museumboerderij mochten de studenten de wei in om te gaan inspecteren. Studenten Ronald Stijf en Jans Drost (foto 1), beiden werkzaam bij de Monumentenwacht Gelderland, kijken terug op deze praktijkmiddag. 

In de theorielessen waren al lessen gegeven over schadebeelden vensters en deuren en schadebeelden glas- en schilderwerk. Om deze schadebeelden, de verschillende afwerkingen en materialen in de praktijk te beoordelen was een praktijkmiddag georganiseerd. De groep werd in tweeën gesplitst en ze gingen afzonderlijk van elkaar het binnen- en buitenschilderwerk opnemen. Er moest een visuele opname gedaan worden van het glas- en schilderwerk. En er waren extra opdrachten en vragen die beantwoord moesten worden. Zo moest onderzocht worden met welke verf geschilderd is. Welke invloed de oriëntatie van het gebouw heeft op het schilderwerk. Of er nog historisch vensterglas aanwezig was en of de stalramen waren gemaakt van gietijzer of gewalst staal.

Goed leren inspecteren

Het leerdoel van de oefening is het goed te kijken naar het schilderwerk van een monument. En vooral de schades opsporen die onder het schilderwerk zitten. Daarnaast is het belangrijk om de materialen waarop het schilderwerk is aangebracht te herkennen en deze op hun monumentale waarde te schatten. 

Een gebrek ontstaat niet in één dag. Vaak zorgen verkeerde detaillering of uitvoering voor schades die makkelijk voorkomen hadden kunnen worden. Deze boerderij is gebouwd in 1715 en het interieur is uit 1930. Er hebben verschillende verbouwingen plaatsgevonden. De originele onderdelen binnen zijn geschilderd met lijnolieverf en op deuren en lijsten is houtimitatie aangebracht. Hoewel deze verf veel craquelures heeft waren de studenten unaniem in hun oordeel dat deze oude verflagen behouden moeten blijven. Bij de houten kozijnen en ramen was al veel origineel houtwerk vervangen. Het was duidelijk dat vooral de luiken aan de westzijde het meest te verduren kregen. Er werd flink gespeurd, maar werden de leerdoelen ook gehaald? Ronald en Jans geven aan veel opgestoken te hebben van de opdracht: “Het was een leerzame oefening om door goed om je heen te kijken en vooral de materialen ook aan te raken te leren beoordelen of je iets ziet wat niet in orde is. Alleen kijken is vaak niet voldoende.”

Trekken de studenten wel de juiste conclusies?

Na de opnames bekijkt Wilfred samen met de studenten de uitkomsten van de inspecties. De studenten hebben bij de nabespreking gediscussieerd over de verfsoorten, de beglazing, folie op het glas, welke hout- en staalsoorten zijn toegepast. De een inspecteert en de ander (op de foto Ronald) schrijft vooral. De een heeft misschien wat meer ervaring dan de ander maar aan het eind trekken we bijna allemaal dezelfde conclusies. Dat is mooi om te zien aan een praktijkopdracht. We leren allemaal van elkaar. Dit waren zo ongeveer de conclusies van de studenten:

Buitenschilderwerk

Buiten is vooral gewerkt met synthetische verfsoorten. Met name aan de westgevel bleek een schilderbeurt wel nodig. De studenten vonden zelfs enkele zachte plekken in het hout, wat duidt op houtrot. Oude glassoorten zijn niet gevonden. Wel zit er een UV-werende folie op het glas, die de kwetsbare schilderijen, meubels en stoffen in het interieur van de boerderij moet beschermen. Ook constateerden de studenten dat enkele stopverfzomen waren losgetrokken van het glas. Hierdoor kan condenswater in de glassponning trekken, waardoor er houtrot kan ontstaan. Dat moet dus ook meegenomen worden in een volgende schilderbeurt.

Binnenschilderwerk

Het binnenschilderwerk bleek zeer interessant. Er is namelijk nog veel lijnolieverf aanwezig, die is aangebracht rond 1930. Vooral het houtimitatiewerk op binnendeuren en lijsten is met lijnolieverf gemaakt. Bij veel monumentale interieurs zijn de oude lijnolieverflagen in het verleden verwijderd of overgeschilderd. Het is dus best uniek dat in deze boerderij veel oude verflagen nog zichtbaar zijn. Wel zijn er veel slijtagesporen en beschadigingen, maar in principe past dit wel bij het museale karakter van de boerderij. Wel blijkt een plafond recentelijk te zijn geschilderd met een synthetische hoogglansverf. Dit gaf wat discussie. Technisch gezien was de verflaag prima, maar de studenten waren het er al vrij snel over eens dat uit historisch en museaal oogpunt het passender was geweest als het plafond met een lijnolieverf was geschilderd.   

Aanvullende adviezen

Eigenaren of beheerders zijn vaak erg geïnteresseerd in wat een expert van hun gebouw vindt. Naast de kennis van de docent hebben veel studenten zelf ook de nodige ervaring in de restauratie en de monumentenzorg.  De beheerder van Hagendoorns Plaatse, heer Han Langereis, wilde daarom van de studenten graag een advies over de afbladderende muurverf op de spatplint van de boerderij. 

De studenten kregen al snel het vermoeden dat de huidige verflaag onvoldoende dampdoorlatend is. Met een aansteker werd een schilfer van de muurverf verwarmd en al snel roken de studenten de kenmerkende geur van een dampdichte chloorrubberverf. Na enig overleg kwamen de studenten met twee opties: optie 1 was alle verflagen verwijderen en een silicaatverf aanbrengen die zeer dampopen is. Het nadeel is wel dat dit een tijdrovende klus is en daarmee kostbaar. Optie 2 was om alleen de loszittende verflagen te verwijderen en het geheel te schilderen met een dampopen Siloxaan muurverf. Dat is goedkoper, maar de kans dat er in de toekomst op andere plekken de muurverf gaat afbladderen blijft aanwezig. Er werd daarom geopperd om eerst een paar proefvlakken aan te brengen en te kijken welke muurverf het beste houd. Eigenlijk was de conclusie dat het een utopie is om de spatplint volledig onderhoudsvrij af te werken. Door spatwater van het rieten dak en zouten uit mest en urine van het vee is de kans groot dat schades blijven ontstaan. In ieder geval was Han Langereis erg blij met de adviezen en ook hij erkende dat er veel vakkennis nodig is om de museumboerderij in stand te houden. 

Leerzame praktijkopdrachten zijn belangrijk

De praktijkmiddag maakt ons wel weer duidelijk hoe theorie niet kan zonder het ook in de praktijk te brengen. Praktijkopdrachten zijn een onlosmakelijk deel van de opleiding inspecteur gebouwd erfgoed aldus Ronald en Jans. Studenten steken er veel van op en het was een erg leuke middag. Wilfred is een gedreven leraar met veel verstand van zaken en die de kennis ook weet over te brengen! Dit is een sterk punt van de NCE opleidingen, waar veel docenten zelf dagelijks werkzaam zijn in de praktijk.